Ze komt aanfietsen over de gracht,
Bepakt met alles voor de toekomst wacht
Ze beneden bij de deur tot ik opendoe.
Als ze de trap op loopt en mijn kamer binnengaat
weet ik dat het te laat is, maar ik merk te laat dat het mis
is en leg nog een keer mijn hand op haar rug.
Ze kijkt niet in mijn ogen, ze neemt niks aan
Van wat ik te bieden heb en binnen het kwartier kan ze weer gaan
en zie ik haar bepakt maar met minder last verdwijnen.
Ze is en was nooit de mijne en na drie dagen pijn gaat de zon
Alweer schijnen door het glas aan de gracht. Het verzacht
Alle gedachten en die dag voel ik mij voor het eerst weer zoals altijd.
Bevrijd van liefdeloze liefde en eindeloze verwachtingen kan ik eindelijk
Door alle hoop en toekomst het heden weer zien.
-A.A.
August Poetry 2017